• Zelfbouw 1
  • Zelfbouw 1

Zelfbouw 1

https://www.youtube.com/watch?time_continue=2&v=NoOX9-kcv7g

Losse onderdelen / door Guido van den Boorn

Strak gelakt (cellulose!), blinkende elementen, stemsleutels in een oliebadje – yep, daar staan ze te glimmen in de moderne etalage. Gibson, Gretsch, Fender, het zijn de grote namen uit de gitaarwereld anno 2018. Het zijn ook de grote namen waar onze gitaarhelden op triomferen, of dat nu Clapton of Landreth is, BB King of Danny Vera.

Maar dat is niet altijd zo geweest. Die merken zijn pas echt “geland” na WO II. Een aantrekkende economie zorgt dan voor een levendige in- en export van Amerikaanse merken naar Europa en omgekeerd. Die merken waren vaak ergens in de jaren ’30 begonnen als product van een of andere warenhuis. Samen met de moderne blues en jazz staken ze na de oorlog de oceaan over. Gibson is een van de weinige “originals” in deze markt (Kalamazoo, 1884).

Seasick Steve gunt ons sinds een jaar of twaalf een kijkje op de wereld vóór de grote merken, de wereld van de zelfbouwinstrumenten. Dat is ook de wereld waar de rootsmuziek op gebouwd is.
Zelfbouw, de handigheid om dingen slim in elkaar te knutselen, is hard nodig als je een arme sloeber bent (vaak nu nog!). Zeker niet alleen in de VS. Ook in het verarmde Europa zie na 1900 die zelfbouw overal. En die handigheid namen ze dan weer mee naar de VS als ze uit armoe emigreerden naar hun “land of hope & dreams”.

Zie de Dopyera broers die na WO I uit Tsjechië naar Amerika verkasten en daar in 1928 hun Dobro Manufacturing Company starten. Zelfgemaakte resonator-gitaren ware al heel lang in omloop en met hun “Dobro” maakten ze er een industrieel product van.

Zelfbouw & knutselwerk: denk dan bijvoorbeeld aan de jug bands (whiskey kruiken), tap dansen & vloer percussie, de “one string base” (gespannen aan de muur), het “washboard” als ritmisch instrument, de “diddley bow” (eensnarige (kinder)gitaar uit Alabama met wortels in West-Afrika), de “cookie-tin” banjo, en ga zo maar door.

Seasick Steve heeft z’n roots vooral gevonden in de zgn. “cigar box gitaar”. Gemaakt van werkelijk elk denkbaar soort “doos”, van ondersteken tot uitlaten, van koffieblikken tot … inderdaad sigaardozen.

Gaan we op zoek naar de roots van de rootsmuziek, dan komen we uit bij dit soort instrumenten. En bij mensen als Washington Philips en Jesse Fuller.